Inleiding

Nederland kent heel diverse uitgevers, van beeldbepalende professionele uitgevers tot gelegenheidsuitgevers. Voor de Uitgeversmonitor is er daarom voor gekozen om vier groepen te vormen. Alle uitgevers die minimaal één boek hebben verkocht zijn meegenomen in de analyse. De bron voor de Uitgeversmonitor is wederom het GfK-scanonderzoek (zie ook de Marktmonitor). Om de concurrentieverhoudingen en trends in de uitgeversmarkt te kunnen beschrijven wordt de markt verdeeld in vier min of meer gelijke groepen op basis van omzet. Hiervoor worden de uitgevers gesorteerd op omzetgrootte van groot naar klein. De uitgeverijen met de hoogste omzet van dat jaar behoren tot het eerste kwart (tot en met 25% van de totale omzet), gevolgd door het tweede kwart (26% tot 50% van de omzet), enzovoorts. Vervolgens worden de kwarten met elkaar vergeleken op een aantal indicatoren. Het voordeel van een dergelijke indeling is dat de totale markt gesegmenteerd wordt, waardoor de onderzoeksresultaten beter te begrijpen zijn.

Belangrijkste indicatoren

In de monitor gaat het om de concurrentieverhoudingen tussen deze uitgevers, de samenstelling van hun portfolio en het belang van toptitels. Dit zijn de belangrijkste indicatoren:

  • gemiddelde omzet en afzet per (literair-culturele) uitgever
  • gemiddelde prijs per boek per (literair-culturele) uitgever
  • omzetaandelen van de verschillende (literair-culturele) totaal en uitgesplitst naar genres
  • omzetaandelen van e-books, uitgesplitst naar genre
  • omzetaandeel van toptitels (top 100, top 250 et cetera)

Om de concurrentieverhoudingen in kaart te brengen worden de volgende indicatoren gebruikt:

  • aandeel in (literair-culturele) titelaanbod van elk kwart ten opzichte van de andere kwartielen
  • aandeel in afzet van (literair-culturele) boeken van elk kwart ten opzichte van de andere kwartielen
  • gemiddelde omzet per uitgegeven (literair-culturele) titel

Methodologische keuzes

Het eerste kwart bestaat uit een klein aantal grote uitgevers die veel omzet hebben, terwijl het laatste kwart uit veel kleine uitgevers met lage omzetten bestaat. Het is voor GfK lastig om op basis van een beperkt aantal uitgeverijen de precieze 25% grens voor een kwart te trekken. Dit probleem doet zich vooral voor bij kwart 1 en kwart 2, omdat het hier om een beperkt aantal uitgeverijen gaat. Uitgevers zijn uiteraard niet op te splitsen in delen. Ook is het aannemelijk dat uitgevers jaarlijks door marktontwikkelingen van kwart kunnen wisselen. Bijvoorbeeld: uitgeverij X bevond zich in het ene jaar onderaan in kwart 1, en het andere jaar – door verschuivingen in de markt – bovenaan in kwart 2. De GfK-scandata wordt geanonimiseerd aangeleverd, waardoor niet te achterhalen is welke uitgeverij gewisseld is van kwart.

12-6-2019